Achtergrond
Vanuit het verleden is een actiegerichte aanpak van bron- en contactonderzoek door de GGD een vanzelfsprekendheid geworden. De epidemiologische onderbouwing van deze aanpak is bij een aantal infectieziekten beperkt. Het lijkt in de praktijk van de GGD (en daarmee ook in de richtlijnen van de LCI) nog te ontbreken aan een gedifferentieerd denkkader om per ziekte, op basis van specifieke epidemiologische kenmerken, al dan niet structureel bron- en contactonderzoek in te zetten als (efficiënte) maatregel ter bestrijding van verspreiding of reductie van de ziektelast.
De laatste jaren is er terecht veel aandacht voor het sterk verbeteren van bron- en contactonderzoek (partnermanagement) in de soabestrijding. Bij sommige andere (meldingsplichtige) infectieziekten laten evaluaties zien dat er goede argumenten zijn om juist met bron- en contactonderzoek te stoppen. Door krappe personele bezetting, en niet zozeer op inhoudelijke argumenten, zien sommige GGD’en af van volledig bron- en contactonderzoek, en laten het opsporen en beschermen van vatbare contacten ongecontroleerd over aan anderen (bijvoorbeeld de huisarts).
Als contactonderzoek achterwege blijft zou dit niet door tijdgebrek maar op basis van solide inhoudelijke argumentering moeten gebeuren. Er moeten wellicht nieuwe procedures of voorzieningen in het leven worden geroepen om voldoende zicht te houden op verspreiding (monitoring, surveillance) en om maatregelen in te stellen.
In dit middagsymposium zullen we aan de hand van enkele concrete infectieziekten op basis van epidemiologische kennis discussiëren over argumenten pro- en contra individueel bron- en/of contactonderzoek. Deelnemers worden uitgedaagd om in (vier) werkgroepen voorstellen te formuleren voor een beargumenteerde aanpak van bron- en/of contactonderzoek en om werkzame alternatieven aan te dragen.
Programma
13:00 Inloop met broodjes
13:30 Opening
13:30 De breedte van bron- en contactonderzoek: een kritische introductie
Prof. Dr. Christian Hoebe, Universiteit Maastricht (CAPHRI) en GGD Zuid-Limburg
14:15 We gaan uiteen in vier werkgroepen
Korte inleiding:
* Epidemiologische achtergrond en reden voor bron- en contactonderzoek
* Discussie over pro- en contra bron- en/of contactonderzoek
Beargumenteerd voorstel voor toekomstige opzet uitvoering
Onderwerp | Inleider | Beschikbaar voor kennis epidemiologie | Voorzitter |
Kinkhoest Psittacose STEC/shigella Legionellose | Helma Ruijs Margreet te Wierik Mariska Petrignani Jeroen den Boer | Nicolien van der Maas Frederika Dijkstra Ingrid Friesema Petra Brandsema | Toos Waegemaekers Hans van de Kerkhof Rob van Kessel Peter Jacobs |
15:00 Koffie- en theepauze
15:30 Plenaire terugrapportage en discussie
16:30 Sluiting met borrel